Levensloop

Werkte bijna in stilte gedurende 60 jaar, onafgebroken, gewijd aan mijn kunst met veelvuldige tentoonstellingen, ook internationaal, van schilderijen, objecten en installaties.
Een Romeinse heirweg liep achter ons huis door de velden en ik speelde er als kind vaak in de gracht : plonsen op blote voeten in stromend water dat toen nog ongelooflijk helder was, bevolkt door torren, salamanders en andere waterdiertjes.
Mijn kinderwereld was een wonderlijke wereld van ravotten met zotte lammetjes, aan de bron water halen en aan het oude dorpsschooltje de uitgestalde waren van een voddenverzamelaar bewonderen, die in een gracht zat en zulke fascinerende kleurrijke kinderhorloges bezat en prachtige ringetjes, die je voor een zak lompen kon kopen.
Misschien is deze sfeer wel het uitgangspunt van mijn kunst geweest ; reconstrueren wat ik beleefde, voelde, waarnam,droomde, kortom herinneringen neerschrijven in een eigen kinderlijke vrije beeldtaal : een spoor vastleggen in en van de tijd.
Daarbij worden delen werkelijkheid omgezet tot een taal van eigen tekens, calligrafisch, hiërogliefachtig of als fragment, dit tot een collageachtige compositie samengevoegd. Mettertijd verinnerlijkte mijn werk en gaf gestalte aan het diepste eigen ik en zijn relatie tot de omgeving, vaak psychisch geladen, kinderlijk summier van beeld, soms autobiografisch.Het zijn beelden van de irreële realiteit, datgene wat zich afspeelt in het hoofd.
Het laatste deel van mijn werk zijn bedreigde werelden, fragmentair,zich oplossend , een aan flarden gerukte werkelijkheid. De gave wereld van de mens, ingebonden tussen dier en natuur verdwijnt door de oprukkende verstedelijking en het verkeer. Ook de intermenselijke verhoudingen brokkelen af, veranderen. Alles wordt vluchtig.
Curriculum
1942 Geboren in Kleine-Spouwen (Limburg), België
1966-1970 Verblijf in Bonaire, Nederlandse Antillen.
1970 terug in België.
1970–72 Schilderen en tekenen aan de Academie Hasselt, België onder de leiding van R. Vandereycken.
1977–82 Schilderen en tekenen aan de Academie in Sint-Niklaas, België onder de leiding van H. De Volder en V. Neels. Beeldhouwen met H. Tersago.
1989-1997 Verblijf in Tötensen, Hamburg, Duitsland.
1990-2001 Lid van de “ Seevetaler Künstler” Hittfeld, Duitsland
1990 deelname aan de zomeracademie Pentiment in Hamburg, Duitsland
1997 terug in België.
2001- Lid van de: Koninklijke Wase Kunstkring, Sint-Niklaas, België
2007 deelname aan “Artists in Residence”, Isernhagen-Burgwedel, Hannover, Duitsland
2009- Lid van de Koninklijke Piet Staut Kring Beveren, België
2016 Lid van “Rainforest Art Foundation Europe”
2018 Toekenning van de “Red Line Art Works Award 2017”
Ontmoet Gabriëlla in haar atelier >>
Mijn visie op kunst
Tegenwoordig werken schilders niet meer volgens de natuur - het maken van schetsen duurt te lang, dus moeten we tevreden zijn met foto's. Maar dan loop je natuurlijk het risico dat je gewoon een kopie van een foto maakt. Ik kom er veel tegen op internet, die technisch best mooi kunnen worden, maar voor mij is het geen kunst. Het is eerder metier. In kunst is de eerste stap interpretatie, of een totale transformatie, dat wil zeggen een indoctrinatie of transformatie door de geest.
Tijdens dit proces sluipen er onbewuste elementen in het werk die het zijn aantrekkingskracht en innerlijke gelaagdheid geven. Moderne kunst werkt dus vaak met beelden die illustraties zijn van een betekenis die uitgedrukt wil worden. Dit is een tijdje salonfähig geweest, maar het doet me niet veel. Het is te cerebraal voor mij. Ik ervaar het eerder als een goede vondst. Gewoon een kick van kortstondige herkenning en dat is alles. Echt een werk maken is nog een paar stappen verder. En dan het beheersen, het esthetisch maken en het overbrengen op de kijker is nog iets meer. Ik zie parallellen met film.
Een kunstenaar kan ook op een heel raadselachtige manier werken, als hij zijn eigen taal heeft gecreëerd en die gebruikt om met zijn publiek te praten. Het is een soort alfabet dat moet worden beheerst en geleerd voordat het werk in al zijn volheid kan worden ontcijferd om door te dringen in de wereld van de ander. Hetzelfde geldt voor mijn virtuele werelden. En dat is niet altijd mogelijk. Iedereen heeft zijn eigen unieke projecties vanuit zijn eigen achtergrond of wereld. En in een werk zitten zoveel draden onder het oppervlak, zoveel onbewuste symbolen dat er alleen voor een geboeide kijker iets uit zijn wezen ontsnapt en de gelaagdheid ervan wordt blootgelegd. Het is als met taal, niet alleen de gesproken woorden zijn van belang, maar ook de intonatie en de onbewuste lichaamstaal.
Daarom is het niet altijd aan te raden om het werk uit te leggen. Voor een kijker kan het een andere wereld betekenen, vanuit zijn eigen achtergrond, en zo'n begrip moet mogelijk zijn; het is rijkdom in overvloed en diversiteit.